Bericht

Zie je het nog voor je, die grote witte kubus die openging tijdens de dienst? Zie je nog dat grote witte kruis met de indrukwekkende letters JHWH? IK BEN. Dat is God. Ik ben. Op mij heeft het diepe indruk gemaakt. Ik ervoer iets van die grote ontzagwekkendheid, van de heilige nabijheid van God. Hij was, en is, en komt.

Niet alleen maakt God Zich zo bekend bij Mozes in het Oude Testament, ook in het Nieuwe Testament kom je God zo tegen.

‘Zonder geloof is het echter onmogelijk om God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken.’ Dat schrijft Paulus in Hebr. 11:6 Als je je verdiept in het grondwoord van ‘zoeken’ betekent het in het Grieks niet alleen ‘zoeken’, maar ook ‘aanbidden.’ Wanneer zijn we welgevallig voor God? Wanneer we in aanbidding tot Hem naderen en geloven dat Hij is en dat Hij ons beloont omdat we tot Hem naderen. Wilkin van de Kamp schrijft hierover: ‘Het is Gods natuur dat Hij ons wil zegenen. Hij beloont ons, zegent ons,  omdat ons hart naar Hem uitgaat en we zijn liefde willen ontvangen, beantwoorden en doorgeven.’

Hoe ga ik naar God toe? Geloof ik dat Hij is? Geloof ik dat Hij diegene beloont die Hem oprecht zoekt en aanbidt? ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden,’ zo zegt Jezus Zelf in Matt. 11:33

God zal ons helpen, dat belooft Hij, als we ons vertrouwen allereerst op Hem stellen. Een prachtige tekst is Ruth 2:11. ‘Moge de Heere uw daad vergelden, en moge uw loon volkomen zijn van de Heere, de God van Israël, onder Wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen.’ Hij is en beloont degene die Hem zoekt. Dat was toen en dat is nu!